Medewerkers van het eerste uur

Medewerkers van het eerste uur

Naar overzicht

Medewerkers van het eerste uur

(v.l.n.r.: Tamara Schulenburg (Jeugdzorgmedewerker C), Desirée Bachs Climent (Civiel pedagogisch assistent en Gastvrouw) Lobke van Ameide (Gedragswetenschapper) en 
Jurriën Bruggink (Jeugdzorgwerker D))

Eén locatie, twee kinderen, een directeur, een visie en een handjevol medewerkers. Geen gordijnen, wifi, televisie en kwaliteitshandboek. Vijf jaar geleden opende D3 haar deuren. Niet wetende dat ze van een kleinschalige locatie, die in de beginperiode alleen in eigen contreien bekend was, zou uitgroeien tot een jeugdzorginstelling met 18 leefgroepen verspreid over locaties in Borculo en Hoenderloo.

Dat het opstarten niet zonder slag of stoot ging, beamen de vier medewerkers van het eerste uur. Desirée, Jurriën, Lobke en Tamara kijken terug op de afgelopen vijf jaar en vertellen over de struggles, het harde werken, het familiegevoel, de uitdagingen en rommelige maar fijne tijd.

“Zelfs de manager maakte toiletten schoon!”

Tamara: “Wat heb ik me op de hals gehaald? Dat was een vraag die vijf jaar geleden regelmatig door mijn gedachten spookte, toen ik bij D3 begon. We waren destijds zó klein, onbekend en begonnen met eigenlijk helemaal niks. Een locatie en een paar geiten buiten, die continu ontsnapten”, herinnert Tamara zich lachend. “We waren een beginnende organisatie, dus er was nog niet heel veel geregeld. Als team waren we nog totaal niet op elkaar ingespeeld. Ik was zelf destijds ook vrij nieuw in het vak, dus ook dat hielp niet mee. Het was echter wel een heel fijn team en we hadden een prettige teamleider toentertijd, die ons er echt wel doorheen sleepte.”

Lobke vult aan: “Ik kwam vijf jaar geleden binnen als gedragswetenschapper en alles moest nog ontwikkeld worden. Ik had wel ervaring in het onderwijs en de GGZ, maar niet specifiek in de jeugdzorg, dus dat betekende een dubbele uitdaging. Er was bijvoorbeeld nog geen kwaliteitshandboek en ook geen medewerker die die protocollen kon maken. Op een gegeven moment kwamen er medewerkers die dergelijke handboeken ontwikkelden. Dat was heel hard werken en veel puzzelen in het begin. Er kwam veel op ons af en we deden álles zelf. Zelfs de algemeen manager maakte toiletten schoon! In mijn beleving werkten we toen wel 70 uur per week om alles op te starten.”

Gestructureerde chaos
Jurri
ën: “Die opstart ging echt in fases. In het begin waren er maar twee jongeren. Dan zat ik als pedagogisch medewerker de hele dag in dit grote gebouw aan de Slotlaan met slechts twee kinderen. Heel bizar als je dat vergelijkt met nu. Ik vond ons kleine team al gauw redelijk stabiel, maar later viel dat uit elkaar. Langzaamaan vertrokken collega’s en kwamen er weer nieuwe bij. Steeds een nieuwe samenstelling, steeds opnieuw je plek vinden in het team en de samenwerking met elkaar weer uitvinden. Dat was heel chaotisch als ik daarop terugkijk.”

Desirée vult aan: “Ik vond de startperiode enerzijds ook chaotisch, want als vliegende kiep rende ik van hot naar her. Het ene moment kon ik hier ondersteunen, het andere moment kon ik daar inspringen. Maar het was juist ook heel overzichtelijk en onder controle. Door het kleinschalige was het makkelijker om continu te schakelen. Er golden maar een paar afspraken en iedereen hield zich daaraan. Iedereen ondersteunde iedereen. Alles deden we samen. Het was echt een soort familie, waar ik heel mooie herinneringen aan heb. Nu we zijn gegroeid, zijn de werkzaamheden veel meer afgebakend. Veel meer collega’s, met natuurlijk ook andere structuren.”

Saamhorigheid

Alle vier herkennen ze de gedachte van vijf jaar geleden: “Wat doe ik hier?”. Op de vraag waarom zij wél zijn gebleven, ondanks de chaos en die vluchtgedachten, hebben ze alle vier een duidelijk antwoord. D3 is een fijne organisatie om voor te werken, mede dankzij het vertrouwen en de kansen die ze krijgen. En de fijne collega’s maken dat ze met plezier naar hun werk gaan.

Lobke: “We gingen er echt samen voor. Die overuren waren in het begin echt niet gezond en we moesten onszelf overeind zien te houden, maar het saamhorigheidsgevoel was zó groot, dat ik daar echt niet uit wilde stappen. Ik vind het prettig om deel uit te maken van een fijn team. Elk team is anders, maar elk team is mooi hier. En ook iedere doelgroep is weer anders. Er zit veel variatie in het werken met die verschillende doelgroepen. Als je je bedenkt dat we met één groep zijn begonnen en inmiddels al op achttien zitten, dan maakt me dat heel trots.”

Tamara: “Ondanks de snelle groei zijn we er nog steeds voor elkaar. Als je in een omgeving werkt waar nog wel eens incidenten voorkomen, is dat heel fijn. Misschien logisch dat een eilandcultuur op de loer ligt, bij het ontstaan van meer locaties, maar uiteindelijk zijn we niet alleen onderdeel van ons eigen team, maar van de hele locatie en organisatie. Je bent met je eigen team natuurlijk volledig op elkaar ingespeeld, maar als de nood aan de man is, staat ieder ander team voor je klaar. Die interesse in en zorg voor elkaar is er gelukkig nog steeds.”

Desirée: “Ja absoluut. Ik zie mezelf daarom over vijf jaar nog steeds hier werken”, zegt Desirée vastbesloten. “Om de collega’s betrokken te houden, vind ik het ook belangrijk dat we gezamenlijk het 5-jarig jubileum vieren. Het is toch een mijlpaal! Zo’n feest geeft de kans om andere collega’s te ontmoeten. Ik werk altijd op deze locatie, dus collega’s van andere locaties ken ik niet zo goed. Als je elkaar spreekt tijdens zo’n feestelijke gelegenheid, weet je elkaar een volgende keer ook sneller te vinden. Dat is van waarde.”

Jurriën: “Voor alle collega’s is het een mooie prestatie om bij stil te staan en voor de kinderen ook een mooie positieve ervaring. We kijken er allemaal naar uit dit in september samen te vieren!”