

Nieuws
Samen sterker: waarom broers en zussen bij elkaar horen en hoe D3 daar werk van maakt
Naar overzichtBij D3 zien we het steeds vaker: broertjes en zusjes die samen bij ons worden opgevangen. Soms met z’n tweeën, soms als grotere siblinggroep. En dat is niet vanzelfsprekend. Maar het is wel bewust. We zetten er actief op in, omdat we weten: samen opgroeien maakt kinderen sterker. En dat is geen onderbuikgevoel, dat blijkt ook uit onderzoek, praktijkervaringen én kinderrechten.
Omdat we hierop steeds beter gevonden worden, ook door professionals die specifiek zoeken naar samenplaatsing, besloten we: laten we er wat dieper in duiken. Waarom is dit eigenlijk zo belangrijk? En wat is er nodig om het (vaker) te laten slagen?
De cijfers: samen, tenzij – maar nog niet de norm
In 2022 verbleven in totaal 42.560 kinderen en jongeren tot en met 22 jaar in een vorm van jeugdhulp met verblijf, zoals een pleeggezin of instelling. (NJI, 2023). Veel van hen hebben broers of zussen. Toch wordt die siblingband lang niet altijd beschermd: in ongeveer 28% van de gevallen worden broers en zussen gescheiden geplaatst (WODC/UvA, 2021). Bij spoeduithuisplaatsingen is dat zelfs 45%.
Hoe groter de siblinggroep, hoe vaker er gescheiden werd geplaatst:
- 2 kinderen: 13% gescheiden.
- 3 kinderen: 43% gescheiden.
- ≥4 kinderen: 77% gescheiden.
En dat is opvallend, want de richtlijn van de jeugdzorg is helder: “Plaats broers en zussen in principe samen, tenzij dit niet in het belang is van het kind.” (Richtlijn Uithuisplaatsing, NJI, 2022)
Redenen
Uit het dossieronderzoek door WODC/UvA blijkt dat bij maar liefst 51% van de gescheiden plaatsingen géén reden werd geregistreerd. Bij de overige dossiers werden in ongeveer evenveel gevallen praktische redenen (26%) als inhoudelijke contra-indicaties (23%) genoemd. De praktische belemmeringen hadden vrijwel altijd te maken met het ontbreken van een beschikbare plek waar alle kinderen samen konden worden opgevangen.
Bij de inhoudelijke contra-indicaties sprong één reden er duidelijk uit: in 42% van deze gevallen werd parentificatie genoemd, een situatie waarin één van de kinderen de ouderrol op zich had genomen, wat mogelijk schadelijk was voor de onderlinge verhoudingen. Andere genoemde redenen waren onderlinge conflicten tussen de kinderen (16%), gedragsproblemen (9%), specialistische zorgbehoefte bij één of enkele kinderen (9%), negatieve beïnvloeding tussen de siblings (7%) en, in een klein aantal gevallen, het vermoeden van seksueel misbruik tussen de kinderen (3%).
Daarnaast werden nog andere motieven aangetroffen, zoals het ontbreken van een hechte band tussen de kinderen, het risico op breakdown van de plaatsing bij samenwonen, veiligheidsredenen bij geheime plaatsingen, en het idee dat kinderen afzonderlijk meer individuele aandacht konden krijgen.
Wat zegt de wetenschap?
Onderzoek wijst uit: samen opgroeien bevordert de veerkracht, het welzijn en de emotionele stabiliteit van kinderen (Buddenbaum, 2020; Konijn e.a., 2019). Kinderen die samen geplaatst worden, ervaren minder verlies, minder stress, en houden hun identiteit sterker vast. Zelfs op latere leeftijd blijkt een goede siblingband een beschermende factor tegen mentale problemen zoals depressie en suïcidaliteit (Touati e.a., 2020).
Daartegenover staat dat gescheiden plaatsing leidt tot gevoelens van verlies, onveiligheid en aantasting van de onderlinge band, een verlies dat vaak moeilijk te herstellen is.
In de praktijk worden redenen als parentificatie, conflicten of verschillen in zorgbehoefte vaak aangevoerd als contra-indicatie voor gezamenlijke opvang. We herkennen deze dilemma’s, en weten dat maatwerk nodig is. Tegelijkertijd merken wij bij D3 dat juist deze situaties vragen om zorgvuldig kijken en begeleiden, niet automatisch om scheiding.
Het helpt juist als kinderen samen kunnen zijn: omdat ze steun aan elkaar ervaren, omdat gedrag in context verandert, of omdat de onderlinge band tijd en ruimte krijgt om te herstellen.
De meerwaarde van gezamenlijke opvang is dermate groot dat voor ons het uitgangspunt is: als het samen kan, maken we dat mogelijk. En als het ingewikkeld is, onderzoeken we wat er wél kan.
Waarom lukt het bij D3 wél (vaker)?
Bij D3 geloven we: als thuis wonen niet kan, dan in elk geval samen. We doen er alles aan om broers en zussen bij elkaar te houden, en dat lukt steeds vaker. Waarom?
- We richten opvanglocaties in op siblinggroepen, zodat er ook letterlijk ruimte is.
- We investeren in teamtraining en begeleidingom de onderlinge dynamiek goed te ondersteunen.
- We zijn flexibel in plaatsingslogistiek: soms betekent dat dat we snel moeten schakelen, maar we zetten alles op alles om het mogelijk te maken.
- En we denken niet in hokjes of beperkingen, maar in: hoe maken we het wél passend?
Tijd voor meer aandacht én actie
Zolang er nog honderden kinderen per jaar van hun broer of zus worden gescheiden, is het werk niet af. Daarom delen we graag onze ervaringen – en roepen we anderen op om dat ook te doen. Want samenplaatsing mag geen gelukstreffer zijn, maar een uitgangspunt. Geen wens, maar een recht (art. 8 EVRM, art. 3 en 9 IVRK).
Wil je met ons in gesprek over gezamenlijke opvang, of samenwerken aan maatwerk voor siblings?
Neem gerust contact op. We denken graag mee, voor broers, zussen en alles wat hen samenhoudt.